Holland in Pruissen
Pruisisch Holland: Het vergeten Holland
We kennen ongetwijfeld allemaal de stad Holland in Michigan/VS, maar weinigen weten dat er ook een stad Holland was in het voormalige Duitse Rijk en dat was al in 1297, ruim voor de Amerikaanse Holland! In 1288 vond de landmeester – toentertijd viel hij onder de zgn. Duitse Orde oftewel Pruisen- van de moerasgebieden bij “Paslek”, in het huidige Pools Emland-Mazurië, dat het gebied het beste drooggelegd kon worden door de Hollanders. Jawel, toen al!
En aldus geschiedde: Hollandse kolonisten, die aan hun trek naar het Oosten waren begonnen, werden uitgenodigd en voerden hun werk zo goed uit en de akkers vruchtbaar werden, dat als dank hiervoor, het gebied Holland werd genoemd.
Zo vermeldt een oorkonde van het jaar 1297 de stichting van Pruisisch Holland, waarin onder meer de volgende zin voorkomt: “quam secundum primos locatores, qui de Hollandia venerant, Holland apellavimus”; vertaald ongeveer: “Daar de eerste bewoners uit Holland komen, hebben wij dit Holland genoemd.” Simpel dus. In de gevel van het raadhuis heeft ook vroeger een steen gestaan met de volgende inscriptie: “Urbs haec a Batavis refugis tamquam Tutamen, structa et nomen adepta fuit”; hetgeen ongeveer zeggen wil: “Deze stad is als bescherming gebouwd door Hollanders, die de wijk naar hier namen en naar hen is genoemd.” Ook duidelijk. Daarop werd een burcht hierna opgericht en kreeg de stad aansluitend stenen wallen.
Landheren boden deze kolonisten de mogelijkheid om zich in de verdere onontgonnen gebieden te vestigen of gebieden die verlaten waren te herontginnen. Niet als lijfeigenaren maar als vrije burgers die belasting gingen betalen. Dit heette toen “Hollands recht”. Deze ontginningen zijn eigenlijk alleen terug te vinden in oude stukken en plaatsnamen. Van enige zichtbare sporen is in het hedendaagse Holland (= zoals eerder vermeld: in het Pools “Paslek”) geen sprake meer.
Toen de strijd tussen de (Duitse) Orde en de koning van Polen uitbrak, werd ze door de laatste in 1410 bezet, maar weer terugveroverd en in 1414 opnieuw – hoewel tevergeefs – belegerd. Toen de steden in de Staat van de Pruisen gezamenlijk in opstand kwamen tegen het gezag, zochten zij hulp bij de Poolse koning en na jarenlange strijd werd in 1466 bij de Tweede Vrede van Thorn, na 13-jarige oorlog tussen de Orde en Polen, het staatsgebied van de Orde verdeeld. Het oosten – Oost Pruisen – werd aan de Orde gelaten, terwijl het westen – West Pruisen (o.a. Danzig)- bij Polen kwam. Dat bracht in Holland nog geen definitieve vrede want in 1520 werd de stad opnieuw belegerd en de burcht verwoest. Als het in 1525 volledig rustig is en het Luthers godsdienstig wordt en er hertogdom Pruisen volgt, komen er in Holland calvinistische vluchtelingen (zgn. Doopsgezinden, ook wel Mennonieten) aan: Hollanders (hoe kan het ook anders), Friezen, Schotten en Fransen (Hugonoten). Hier vonden ze vrijheid van godsdienst. Tijdens de Pools-Zweedse Oorlog (1600- 1629) – ook wel de Dertigjarige Oorlog genoemd, vestigt koning Gustaf Adolf in de stad Holland en maakt een steunpunt voor de soldaten, wat overigens een pestepidemie doet uitbreken. Branden leggen in het verdere verloop van de eeuw de stad enkele malen in de as. Nieuwe oorlogen zullen in de 18de eeuw economische ontwikkeling tegenhouden. Russische – en daarop Franse legers eisten daarbij een zware tol. In 1701 werd om d
e relatie met het Koninkrijk Pruisen te beklemtonen, het bijvoeglijk naamwoord “Pruisisch” toegevoegd en vanaf dat moment heet de stad geen Holland, maar “Preussisch Holland”. Tot ver in de 18e eeuw was de spreek- en kerktaal Nederlands. Rond 1800 woonden er ca. 3.000 mensen in Pruisisch Holland. Een nieuwe tijd breekt pas aan na de aanleg, door de ‘Preussische Eisenbahn’ in 1884, van de spoorweg tussen Berlijn en Königsberg. Maar van echte groei kan niet gesproken worden omdat het nabije Elbing het industrieel centrum wordt in de wijde omgeving. Na de Duitse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog moest het land conform het Verdrag van Versailles (1919) verschillende gebeden afstaan. West-Pruisen werd in 1920 aan Polen gegeven en het grootste gedeelte van Oost-Pruisen incl. Pruisisch Holland en Ebbing, kon bij het Duitse Rijk blijven. Oost-Pruisen werd sindsdien een exclave die door de Poolse Corridor (West-Pruisen) en vrije stad Danzig geografisch van de rest van het Duitse Rijk was afgescheiden. De onvrede onder de OostPruisische bevolking groeide niettemin weer door de economische crisis die in 1929 uitbrak en dat deed de aanhang van de nationalistische partij toenemen. In 1932 kreeg de NSDAP de absolute meerderheid. In 1940
omvatte Oost-Pruisen 2,7 miljoen inwoners en vrijwel allen Duitsers. In de Tweede Wereldoorlog werd Oost-Pruisen als belangrijk voorpost, maar ook als verdedigingsbastion, gebruikt. Het Sovjetleger bezette een gedeelte van Oost-Pruisen al in 1944, maar de Duitse bevolking mocht van de autoriteiten niet vluchten. Er werd door de Sovjetsoldaten flink geplunderd, verkracht en gemoord. Hierbij kwamen honderdduizenden Pruisen om het leven. Na de oorlog verloor Duitsland de soevereiniteit over Oost-Pruisen. Honderdduizenden Duitsers vluchten naar het nieuwe West-Duitsland, maar ook velen werden uitgewezen. Het Pools in 1945 geworden zuidelijk deel van Oost-Pruisen vormt nu de woiwodschap Ermland-Mazoerië en Pruisisch Holland werd vanaf nu Paslek genoemd. De laatste Duitsers in de stad werden door de nieuwe Polen en Oekraïners verdreven. Er is weinig meer over van het oude centrum; bij de verovering is bijna alles verwoest. De stad (met 33 administratieve plaatsen) telt nu ongeveer 20.000 inwoners. De gemeente probeert het oude Hollandse karakter weer te herstellen en dit lijkt me dan ook mooi, om het gedicht van Vondel, die over het Pruisisch Hollands gebied heeft geschreven in zijn Gijsbrecht, als afsluiter te gebruiken:
Zijn wil is dat ghy treckt na ’et vette land van Pruissen, Daer uit het Poolsch geberght de Wijsselstroom koomt ruisschen, Die de overs rijck van vrucht genoeghelijck bespoelt, Verhou u daer, en wacht dotdat de wraeck verkoelt, Ghy zult in dit gewest een stad, Nieuw Holland, bouwen, En in gezonde lucht, en weeldige landouwen, vergeten al uw leet, en overbrogten druck.
Edwin van der Ham.
Voor u gelezen in het maandblad van de Filatellisten Vereniging Vlaardingen van april 2018